Tweede en laatste deel Reizen in de binnendeelen van Brazilie, vooral in deszelfs goud-en diamantrijke streeken, op gezag van den Prins regent van Portugal, benevens eene reis naar Rio de La Plata, en eene schets der omwenteling van Buenos-Ayres
BINNENDEELEN VAN BRAZILIË. 3* dat oxydum ferri en de ligtere gouddeeltjes bevat: deze laatften worden in ’t afzakken door het hair aangegrepen en vastgehouden. Elk half uur neemt men de huiden op, en brengt ze naar eenen naburigen vijver, door vier muren, elk van vijf voet lang, vier breed, en vier diep, ingefloten, en omtrent twee voet water houdende. De huiden worden over de zen vijver uitgefpreid, wel geklopt, telkens ingedompeld en weder geklopt, tot dat al het goud er uit is, waarna men dezelve wegneemf en weder in de bakken legt. Deze vijvers wor den des nachts gefloten en wel voorzien. Het bezinkfel uit dezelve, ’t welk zeer ligt is, wordt gemakkelijk op de boven befchre- vene wijze gewasfehen, en er blijft alleen het zwarte oxydurn ferri, (esmeril genaamd) en het goud achter, hetgeen zoo fijn is, dat men het door de kwik daaraf moet fcheiden. Dit zag ik op de volgende wijze verrigten: Omtrent twee pond van dit oxydunt ■> zeer rijk in fijne goudkorrels, werd in een’ fchoo- nen beker gedaan; de masfa oxydum, die zeer vochtig was, bewerkte men dan omtrent twintig minuten lang met de hand, wanneer de kwik de esmeril fcheen te hebben afge- fcheiden, en al het goud met zich opgeno men ,