Tweede en laatste deel Reizen in de binnendeelen van Brazilie, vooral in deszelfs goud-en diamantrijke streeken, op gezag van den Prins regent van Portugal, benevens eene reis naar Rio de La Plata, en eene schets der omwenteling van Buenos-Ayres
BINNENDEELEN VAN BRAZILIË. 13 voegt men dan gefublimeerde kwik, die, heet geworden, een’ zeer fterkcn damp opgeeft: de j'corien of Hakken, die zich misfchien aanzet- ten, worden met eene tang weggenomen, en , des vereischt wordende, nog meer kwik er bijgevoegd. Somtijds kookt de masfa over, en in dit geval bedekt men den fmeltkroes met een ftuk bakfteen. Zoodra de kwik ver dampt is, wordt het goud in de vorm ge daan, welke vooraf met diervet is beftreken: naderhand keert men die om in eene tobbe IDCt Water» J3e ftaaf is meestal hier of daar met kwikzilver bezet, hetwelk de plek, waar aan het zit, de gedaante van lood geeft (*). Om dit wegtenemen, wordt de ftaaf met eene nijptang in ’t vuur gehouden, tot de kwik geheel verdampt is. Daarop zendt men het goud naar den muntmeester, die het op den toetsfteen vergelijkt met goudftaven van 011- derfcheidcn allooi, die reeds beproefd en ge merkt zijn, en het dan nog op zich zelve pro- (*) In Engeland zag ik eens een voorbeeld, dat Bene goudftaaf, waaraan kwik zat, in handen kwam van een’ in de metaalkunde onbedreven’ perfoon, en voor een’ geringen prijs verkocht werd, als of het verkleurde gedeelte wezenlijk lood geweest was: koo- per en verkooper wisten niet beter.