Dresdner Philharmonie Het ontstaan van de Dresdner Philharmonie voert ons terug naar het orkest dat de inwijding van de eerste concertzaal ooit in Dresden, op 29 november 1870, verzorgde. Wat toen als gelegenheidsorkest is begonnen, heeft zieh zelfstandig in Dresden ontwikkeld door vanaf 1885 regelmatig concerten te geven in de nieuwe zaal. Sinds 1915 dragen zij de titel Dresdner Philharmonie. De Dresdner Philharmonie geeft jaarlijks ongeveer 80 concerten in de Festsaal des Kulturpalastes in Dresden. Grote dirigenten en Solisten geven met dit orkest niet alleen in Dresden deze concerten, maar door geheel Europa. Naast de grote steden van Europa gaat het orkest regelmatig op toumee naar China, Japan, Israel, Zuid-Amerika en Noord-Amerika. In een ongewone samenstelling van beroeps- en amateurmuzikanten zijn bij de Dresdner Philharmonie drie koor-ensembles aangesloten: het Philharmonisch koor (een groot gemengd koor), het Philharmonisch kinderkoor en het Philharmonisch jeugdkoor Dresden. In 1967 heeft de toenmalige Chefdirigent Kurt Masur de koren en het orkest met elkaar verbonden. Sindsdien behoren de gezamelijke opluisteringen van grote vokaalsymfonische werken en concertopera’s tot de hoogtepunten van elk optreden. Na 1915 hebben grote componisten als Brahms, Tsjaikowski, Dvorak en Strauss eigen werken met dit orkest uitgevoerd. Ook zijn er met verschillende dirigenten, waaronder Carl Schuricht, Jörg-Peter Weigle en Michel Plasson, vele succesvolle CD projecten gemaakt. Wereldberoemde dirigenten zoals Anton Rubinstein en Bruno Walter hebben al voor het orkest gestaan. Ook werkt het regelmatig met Solisten. Met medewerking van o.a Emil Gilels, Wilhelm Kempff en Elly Ney zijn al verschillende solistische werken ten gehöre gebracht.