Tweede en laatste deel Reizen in de binnendeelen van Brazilie, vooral in deszelfs goud-en diamantrijke streeken, op gezag van den Prins regent van Portugal, benevens eene reis naar Rio de La Plata, en eene schets der omwenteling van Buenos-Ayres
REIZEN IN DE ic mijnen waren of de eerfte volkplanters of hun ne nakomelingen, en daar nu het beste gedeelte der ftreek was in bezit genomen, zoo waren de nieuwe gelukzoekers, die nog van tijd tot tijd aankwamen , genoodzaakt in dienst der toenmalige eigenaars te treden, tot dat zij hunne manier van bewerking geleerd hadden, waarna zij andere mijnen langs de rivieren en kloven gingen zoeken, en dikwijls von den. Tu?>fchcn de jaren 1730 en 1750 wa ren de mijnen op het hoogfte punt van hun nen bloei, en ’sKonings vijfde zou in fom- mige derzelven gedurende eenige jaren van dat tijdvak ten minften eene Millioen P. St. bedragen hebben. Maar de mijnen, die dezen onmetelijken rijkdom bevatteden, werden allengs minder overvloedig, en, naar mate het kostbare me taal verminderde , vertrokken vele van de mijnwerkers, ten decle naar ’c moederland, beladen met fchatten, die andere gelukzoe kers uitlokten , en ten deelc naar Rio de Ja- ■neiro en andere zeehavens, waar zij hunne groote kapitalen in den handel befteedden. Villa Rica heeft thans naauwelijks de fcha- duw harer vorige grootheid overgehouden. Wanneer men de winkeliers uitzondert, zijn de